Kapel de Hulsvoort te Dalen

De kapel van Hulsvoort te Dalen

Amateurhistoricus Ir. Herman Brand, geboren in Dalen en opgegroeid in Coevorden, schreef in 1985 een artikel over zijn Speurtocht naar de verdwenen Kapel van Hulsvoort. Dit stuk heeft de redactie als basis genomen voor onderstaand verslag.

Steeds weer duikt de naam van de kapel op in de geschiedenis. We lezen ook kapel van Hulsvoort, Hulsforde, Hulsfoorde, Hulsvoord, Hulstvoorde. De plaats waar ze gestaan heeft is echter al eeuwenlang mysterieus. Slechts uit overlevering is bekend dat de locatie ergens ten oosten van de R.K.-begraafplaats (tussen Coevorden en Dalen) moet zijn geweest, waar nog een akker als zodanig bekend was en ten westen van het Drostendiep.

Het onderzoek van Brand richt zich op de late middeleeuwen, een periode waarin bijna alle Nederlanders christelijk waren. De Rooms-Katholieke kerk vierde hoogtij, zo ook in Dalen. Maar dan was er ook nog de kapel Hulstvoorde, heeft deze wel echt bestaan?

De kapel heeft echt bestaan

Het was niet zomaar een gebouw. Ze werd als buitengewoon heilig gezien en het gebruik van de kapel was multifunctioneel. Onder meer werden de bisschoppen van Utrecht er gehuldigd door hun Drentse onderdanen als ze voor het eerst op hun weg van Coevorden naar Groningen, Drents grondgebied betraden en daar beloofden de oude privilegiën te zullen handhaven.

Volgens de 17e eeuwse Coevorder dominee Picardt zou deze huldiging reeds dateren uit de tijd dat de bisschop van Utrecht door de keizer met Drenthe werd beleend (1046). Daarbij zouden ook door de bisschop “goude en silvere penninge” zijn rondgestrooid.


Soms ging het er in Hulsvoort wel eens vrolijk toe. Toen op 24 april 1402 de laatste Heer van Coevorden, Reynold, afstand moest doen van zijn rechten op Coevorden en Drenthe vond er in de kapel een plechtigheid plaats. De bisschop offreerde, als uiteindelijke overwinnaar, de aanwezigen (waaronder Reynold, de etten van Drenthe en vele bewoners van de dorpen) niet minder dan twaalf amen bier in vaten (150 liter per aam). Hij voegde daarbij aan toe: “Ende dat gi daarvan hartelijk met een voorgaende gedachtnisse van u en uwe nakomelingen drinkt” waarna de aanwezigen met blij gelaat en een vrolijke stem riepen: “Het gha wel onzen welgeboren Heer van Utrecht en wij zullen sijn bevel gehoorsaem sijn ende in de naame des Heeren lustich drinken”.

Ook werden er missen opgedragen in Hulsvoort. De Drenthen hielden er landdagen en nog na 1576 werden er vergaderingen van bestuurscolleges belegd. Hulsvoort was een soort dorpshuis, maar dan wel op gewestelijk niveau. Maar dat was nog niet alles.

Naast de verkondiging van het eeuwige leven werd er ook bewerkstelligd dat sommigen er versneld naar toe geholpen werden. Hulsvoort was voor velen in de middeleeuwen een luguber begrip. Hoewel het bestuurscentrum van Drenthe in Coevorden was gevestigd, mochten de Drenten, door onder meer een toezegging van bisschop Jan van Diest in 1328, in bepaalde zaken niet in die stad worden berecht omdat daar het Sallandse recht gold. Zo dicht mogelijk erbij, binnen het rechtsgebied van Dalen, mocht dat wel.

Menige misdadiger of wat ervoor doorging eindigde zijn leven bij de Kapel aan de galg. Er was dan ook een kerkhof, zoals blijkt uit de akten die betrekking hebben op de afstand van de rechten op Drenthe en Coevorden in 1402. Daarin wordt gesproken van een “ante cimeterum capelle” dat wil zeggen “een kapel vóór het kerkhof. Op 23 oktober 1585 werden te “Hulsfoorde” de rekeningen van de in Coevorden wonende landschrijver Jan Mus door drost en gecommitteerden afgesloten.

In het Fries Stadhouderlijk Archief zit correspondentie tussen stadhouder Willem Lodewijk en de Coevorder commandeur Krijn de Blauw. We lezen: Omstreeks 1595 werd de kapel gesloopt omdat haar bakstenen in Coevorden hard nodig waren. De bevolking begon, blijkens mededeling van De Blauw, hutten te bouwen. Tijdens de strijd tegen de Spanjaarden in 1592 was immers de gehele stad vrijwel met de grond gelijkgemaakt.

Lag de Kapel tot Hulsvoort in Dalen?

De kapel lag op de grens van het grondgebied van Coevorden en Dalen in wat destijds gold als het Landschap Drenthe. Hieruit te concluderen dat de locatie gezocht moet worden binnen de huidige gemeente Dalen zou voorbarig kunnen zijn. Pas in 1649, na meer dan een eeuw gekrakeel, werden de grenzen tussen beide rechtsgebieden nl. vastgesteld: “langs Weyerswolde, de Zutphenseberg, het Binnenvree, het Drostendiep tot den invall van de Mattmagorsloot, lijnrecht naer de steen op de Hulsfoorderdijck, over de Groote Loo, naer waer het Loodiep tussen de beide Looën in loopt”. In deze omschrijving zijn in grote lijnen de huidige grenzen te herkennen, echter niet exact. De (ons onbekende) steen op de Hulsfoorderdijck stond vermoedelijk op het meest zuidelijke deel van de Oude Coevorderweg (nu de Achterloo) in het gebied de Gommerij dat tegen de huidige rondweg loopt.

Dat Hulsvoort binnen het rechtsgebied van Dalen lag en eveneens binnen de huidige gemeente Dalen lijdt echter geen twijfel. In “de Lande staet der Groenlanden” van Dalen van 1654 komen de “Holvoortsmaet”, de “Holvoortmaet” en “Holvoort” voor.

Kaartje uit 1933 met in het westen de RK begraafplaats,
in het oosten het Drostendiep en daartussen de streek de Gommerij, .

Bereikbaarheid bij hoge waterstand

Een belangrijke voorwaarde waaraan de gezochte locatie moet voldoen is dat die bij “hoog water” zeer moeilijk bereikbaar was. Dit blijkt uit de rekeningen van de Drost uit de tweede helft van de 16e eeuw. Veroordeelden uit Drenthe ondergingen voor een deel hun straf te Hulsforde. In de zomer werden zij per wagen naar die plaats vervoerd, evenals andere bij de voltrekking van het vonnis betrokken personen, voorzien van de nodige instrumenten. Bij hoog water was dit echter niet mogelijk, maar moest gebruik gemaakt worden van een schuit. In de winter, als er ijs lag, moest men de gerechtsplaats te voet bereiken.

Herman Brand bracht de waterpeilen en de bodemhoogten uit die tijd in kaart en ontdekte zo de enige plek in het gebied waar je ook in natte tijden de voeten drooghield: op de Achterloo, tussen de Rondweg en Huttenheugte.

Het gebied Hulsvoort

‘Zoals reeds eerder gezegd zou Hulsvoort gelegen zijn ten oosten van het R.K.-kerkhof, ongeveer halverwege tussen Coevorden en Dalen. Dat dit inderdaad zo moest zijn werd mij duidelijk naarmate mijn onderzoek vorderde: er bleef gewoon geen andere plaats over die aan de verschillende voorwaarden voldeed. Vol verwachting heb ik de kadastrale minuut van omstreeks 1825 geraadpleegd en kon blij verrast constateren dat de naam Hulsvoort er op voorkwam! Het ligt wat achteraf in de nabijheid van het door de aanleg van de rondweg afgekapte Drostendiep en niet ver van de westkant van recreatiepark ‘Huttenheugte’. Direct aan de westzijde ervan zijn de hogere akkers van de Achterloo en in deze akkers werd in 1979 een nederzetting uit de ijzertijd blootgelegd. De naam Hulsvoort zelf staat geschreven in


een door haar grootte opvallend perceel. Naast dit perceel komt nog een huis voor (dat blijkens de kadastrale kaart van omstreeks 1880 dan verdwenen is). Aan de noord-westzijde van dit perceel loopt een wetering, die om het perceel heenbuigt en uitmondt in het Drostendiep.

De bereikbaarheid van Hulsvoort in vroeger tijden moet goed genoemd worden. Vanuit het noorden liep de Oude Coevorderweg er recht op aan. Aannemelijk is dat deze weg (althans bij lage waterstanden) aansloot op de twee wegen die op de Poppenhare liepen, vrijwel in de richting van het Kasteel van Coevorden naar de “Noord-poorte”.

De plaats van kapel en kerkhof

Hulsvoort (kapel en kerkhof) zal zeker op een hoogte hebben gelegen. Deze hoogte zal niet meer in de oude vorm bestaan. Burgemeester Cassa van Dalen (rechts) heeft in 1818 ook nog iets nagelaten. Hem was verzocht de “gedenkstukken of oudheden” in zijn gemeente op te geven. Dat was er maar één: een oude schans, toen nog twintig voeten boven de omliggende landen uitstekend en omgeven door een vrij diepe gracht. “Deze schans,” zegt Cassa, “ligt tusschen Coevorden en Dalen, op de Loo op eene bogt en ten oosten van den dijk of grooten weg, op afstand van ongeveer 10 minuten gaans van de noordoostelijke buitenwerken der vesting Coevorden, te weten van dat gedeelte waar zich het kasteel bevindt”. De overlevering wil, volgens Cassa, dat deze schans door de bisschop van Munster is aangelegd. Dit laatste is niet onmogelijk. We komen, als we de afstand van tien minuten gaans (900 meter) uitzetten, uit bij de hooilanden langs het Drostendiep direct ten zuiden van de Matmegoorsloot.

Hulsvoort ging vroeger voor heilig door. Op basis van een passage in de ‘Historia Episcopatuum’ van Van Heussen lijkt het tonen van bijzondere relieken in de kapel van Hulsvoorde bedevaartgangers uit de wijde omgeving te hebben getrokken. Als dat zo was zal er van die heiligheid nog iets overgebleven zijn.

In elk geval mag het een wonder heten, dat deze locatie de planologische ontwikkeling van de laatste decennia aardig heeft overleefd. Alleen daarom al verdient ze, ingeklemd tussen de rondweg van Coevorden en het grootschalige recreatiepark, een nader onderzoek, om nog maar niet te spreken van het symbool wat een in enigerlei vorm heropgerichte kapel van Hulsvoort zou kunnen zijn voor de betere verhoudingen die tussen Drenthe en Coevorden zijn gegroeid. De Hulsvoorderdijk is al een mooi voorbeeld van historisch besef.

Inhoudsopgave